Botswana 'survival' september 2002
Okavango delta (deel 1, de mokoro 'rondvaarten')

We gaan voor enkele dagen (=3 nachten) de Okavangodelta in. Het voor wild gereserveerde gebied wordt van de bewoonde wereld afgescheiden door een Buffalo-fence, een niet al te indrukwekkend gaasraster. Meteen na passeren het eerste wild, struisvogels!  In dit gebied mogen we op het dak van de truck zitten en daar heb je een fantastisch uitzicht. Ook als er niet al te veel beesten te zien zijn.


We worden ergens opgewacht door een groep Botswanezen die ons 's middags verder vervoeren in een mokoro . Een mokoro is, plat gezegd, een uitgeholde boomstam. Deze wordt door het water voortbewogen met behulp van een lange stok, een 'pool'. Degene die dat doet heet dan ook 'de Poler'. Na de lunch  nemen we twee aan twee plaats.
Op de bodem ligt stro en het befaamde drifters black matras. Sommige mokoro's liggen zo laag in het water dat de inzittenden er niet droog uitkomen. Wij hebben daar geen last van al is onze mokoro lek en moet er regelmatig worden gehoost door de poler. Wij hebben een jong vrouwtje, Jelly . Ze spreekt geen engels en blijkt waanzinnig bang voor olifanten! We komen olifanten tegen op niet al te grote afstand en zij staat letterlijk te trillen als een rietje. De mokoro trilt mee! Het is heerlijk om tussen het riet door te glijden , met nu en dan prachtige waterlelies  en andere bloemen . Ver kijken is er niet bij door de hoge papyrussen , maar de olifanten kunnen we met enige moeite redelijk goed waarnemen 
Onderweg een 'frisse' duik en gelegenheid voor Chris om een poging te wagen het polen onder de knie te krijgen . De truck is ondertussen naar een kampplaats gereden. 
Die avond blijven de polers ook overnachten en bij het kampvuur wordt het een feestje met drank, sigaren en volksliederen van diverse landen. De polers worden zover gekregen dat zij 'O Botswana' ten gehore brengen. Niet het officiële volkslied blijkt later. Een locale variant? 
De volgende morgen vroeg een tweede mokoro tocht. Deze keer komen we in de buurt van een hippo-poel. Na een stukje lopen kunnen we vanaf een termietenheuvel  enige beweging in het water ontdekken. De polers proberen ze wat op te porren . Wat oortjes en oogjes hier en daar  . Een enkele rug . Voor de eerste hippo ervaring niet slecht. De terugtocht naar het kamp gaat sneller dan de heenweg. Dan merk je pas dat er behoorlijk veel stroming staat. 
Na de lunch nemen de polers afscheid en blijven alleen de hoofdpoler, Lucas, en de keukenhulp  over. Lucas is de rest van de tijd onze gids tijdens de wandelingen die we gaan maken. Gedurende de dagen in de delta ben je verplicht de keukenhulp mee te nemen. Werkverschaffing aan de locals. Wat ons betreft mocht hij blijven, want het was erg prettig om niet te hoeven afwassen of opruimen.